Credo, ergo sum

Het universum bestaat.

Het universum bestaat uit alles.

Uit alles wat is geweest, wat is en wat mogelijks nog zal zijn.

Het is universum is eeuwig, eindeloos en grenzeloos,

is nog-lang-niet, nooit-niet voltooid,

is één en al leven…

En wat leeft groeit, evolueert, verandert, overtreft voortdurend zichzelf.

 

Als het universum niet zou bestaan uit (van)alles,

zou het een lege doos zijn, zelfs niet die doos, gewoon een niets,

wat niet het geval is.

 

Dus is alles in het universum uniek.

Diversiteit is bijgevolg geen probleem, ook geen doel, gewoon

de bevestiging van hoe het universum nu eenmaal in elkaar zit:

al dat unieke samen.

 

Dus heeft alles in het universum tenminste ook dit gemeenschappelijk:

iets unieks te zijn in en van dat universum

en daardoor zowel divers als verwant.

 

Het zou onlogisch, wereldvreemd en hilarisch zijn

enkel zichzelf uniek te vinden en al wat gelijkt ‘even’ uniek

maar al het andere, het verschillende, niet te (h)erkennen

als unieke lettergenoten in het alfabet waarmee het universum zijn verhaal schrijft.

 

Met de onvermijdelijke punten en komma’s,

vraagtekens en uitroepingstekens

en de nodige ‘open plekken’.

 

En soms, houden we zelf(s) het potlood vast,

al hanteren anderen dan weer liever de gom.

 

= pg 39 uit mijn cultuurfilosofische roman ‘Polonaise al Argentina’ = 2007 / ISBN 978-90-9021568-6] + project

=> ihkv Bijzonder Onderzoekfonds Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen