uit “een vorm van vrijheid” (Ben Okri)

31

Alle grote religies zijn als droom begonnen.

32

Religie was het kind van leed en mededogen. Leed is de toestand die het verst van de goddelijkheid verwijderd is, maar zie hoe alle grote godsdiensten het omhelzen. In hun zuiverste staat – voordat ze zich met de regulering van ons leven gingen bezighouden en die regels handhaafden met aardse machten die vreemd waren aan de innerlijke bron – brachten de grote godsdiensten het oneindige mededogen van het goddelijke dichter bij de mensheid.

33

Als iemand de waarde van deze godsdiensten in twijfel trekt,  kan dat zijn omdat ze ons hebben teleurgesteld, in de steek gelaten, ons kleiner hebben gemaakt. Met ‘ons’ bedoel ik niet de aanhangers en vromen. Ik bedoel de hele mensheid. Want onder hun naam, onder hun wetten en aardse overheersing, hebben ze nachtmerries op ons losgelaten. Ze hebben pogroms, beestachtige oorlogen, afschuwelijke inquisities ontketend; ze hebben slavernij, rassenhaat en een bijna universele onbarmhartigheid gerechtvaardigd.

34

Het kan zijn dat sommige van de grote godsdiensten in de droom van hun orthodoxie het contact hebben verloren met de nobele liefde die hun geboorte aanvankelijk bezielde en levensvatbaar maakte. Ze hebben het contact verloren met het lijden van de mensen, met de honger. Ze hebben het contact verloren met het elementaire mededogen zonder welk zelfs de mooist bezielde godsdienst een lege huls van dogma’s wordt.

[Uit het essay “De mens is nog niet vrij”, opgedragen aan Salman Rushdie; opgenomen in de bundel “Een vorm van vrijheid” van de (Britse) schrijver Ben Okri, afkomstig uit het zwaar beproefde Nigeria. Ben Okri ontving in 2009 het Eredoctoraat in Utopia van de Universiteit voor het Algemeen Belang.]