Wat nu ?

Ter gelegenheid van het bedenkelijk Wereldrecord zoektocht naar een regering van deelnemers met verenigbare zoektocht …

Op 24 januari 2011 berichtte het Amerikaans satirisch nieuwsmedium ‘The Onion’ het volgende:

Parijs – Op een persconferentie, heeft het WereldErfgoed Comité  ‘De Kloof tussen rijk en arm’ officieel uitgeroepen tot achtste wereldwonder omdat het hier om de allergrootste en duurzaamste menselijke creatie zou gaan, een verbazingwekkende prestatie die de andere wonderdaden van de mensheid doet verbleken. Niettegenstaande ontelbare individuen de kloof hebben proberen te overbruggen, zijn slechts weinigen daar totnogtoe in geslaagd. In zijn persmededeling vestigt het Comité ook de aandacht op de indrukwekkende ommekeer die recent heeft plaatsgevonden ten opzichte van 50 jaar geleden wanneer heel wat volksbewegingen opriepen tot het dichten van de kloof. Dank zij een kleine groep toegewijde politici en industriële leiders, werden vanaf de jaren 1980 forse inspanningen geleverd om die eeuwenoude structuur niet alleen in stand te houden maar zelfs uit te breiden. 

Ongelijkheid = onrechtvaardigheid

De cijfers uit de jaarlijkse rapporten zijn bekend voor wie wil weten: elk uur sterven 500 mensen van honger, de helft van de wereldbevolking leeft op minder dan 2,5 dollar per dag, 80% van minder dan 10 dollar per dag. Daar tegenover staan de cijfers van extreme rijkdom. Volgens het World Wealth Report van Meryll Lynch zijn er 10 miljoen mensen op aarde met meer dan een miljoen dollar aan beschikbare (investeerbare) rijkdom. Samen bezitten die het bedrag van  39 triljoen dollars. En in 2011 zal hun bezit gestegen zijn tot 50 triljoen dollars. Er zijn 974 miljardairs die samen 3,5 triljoen dollars bezitten…

In hun boek ‘The Spirit Level’ (= waterpas) ontwikkelen de auteurs Richard Wilkinson en Kate Pickett een uitdagend pleidooi om sociale gelijkheid als doelstelling terug en wel stevig, dringend en bovenaan op de persoonlijke en op de lokale en mondiale politieke agenda te plaatsen. Zij argumenteren dat sociale ongelijkheid veel van de hedendaagse maatschappelijke problemen bepaalt en dat oplossingen en vooruitgang bijgevolg niet bereikt zullen worden door nog rijker te worden (always the happy few?), dan wel door meer sociale gelijkheid.

Deze visie sluit voor een deel aan bij de opvatting dat armoedebestrijding moet aangepakt worden door rijkdombestrijding, degrowth. Concreet kan dit gerealiseerd worden door het samenspel van herverdeling van kapitaal, duurzame ontwikkeling, en het bevechten van sociale rechtvaardigheid.

KleurRijk gezegd kan het gaan om de verGroening van het Noorden, en/of ‘The Blue Economy’ en/of een ontwikkeling naar Bhutaans voorbeeld: in overeenstemming met het Bruto Nationaal Geluk.

Maar, zo kunnen we ons met velen afvragen, bestaat er in de wereld van politieke en economische leiders, zowel als bij de grote spelers van het middenveld en de burgermaatschappij voldoende inzicht en voldoende wil om het roer drastisch om te gooien? Shifting paradigm’s?

In zijn jongste boek ‘Een nieuw verhaal van de wereld’ getuigt Riccardo Petrella van zijn geloof dat een andere=betere wereld mogelijk is en dus moét en dus vraagt : “Aan welke kant staan wij? Staan wij aan de kant van degenen die geloven in de ‘onvermijdelijke natuurwetten’ van de armoede en de verpaupering van de ‘verliezers’ en van de ‘eeuwigdurende strijd om te overleven’, tussen volkeren en tussen individuele mensen onderling? Of staan wij aan de kant van degenen die geloven dat armoede een onwettige sociale constructie is en dat het mogelijk is om, op basis van een wereldwijd geldende wetgeving, gehandhaafd door instellingen die de geweldloosheid en het algemeen belang vooropstellen, de planeet te bevrijden van de huidige logica van agressieve verovering van economisch voordeel?

De onwettigverklaring van de armoede

De voornaamste uitdaging waarvoor de mensheid zich nu geplaatst ziet, betreft het leven: het recht op leven van alle aardbewoners en het overleven van al wat leeft op de planeet Aarde. Vertrekken van het recht op leven van de acht miljard mensen die in 2020-2025 de aarde zullen bewonen betekent dat we de armoede onwettig moeten verklaren. Zoals de negentiende eeuw de geschiedenis is ingegaan als onder meer de eeuw waarin de slavernij onwettig werd verklaard, zo zou de eenentwintigste eeuw de geschiedenis van de mensheid moeten ingaan als de eeuw waarin de armoede onwettig werd veklaard: “Het ontzeggen van het recht op een waardig en decent leven op menselijk en sociaal vlak is illegaal.” Zoals de slavernij een uitdrukking was van de afwijzing van de ander, door een scheiding/tegenstelling in te voeren tussen burgers en slaven, zo zouden wij vandaag de negatie van de ander moeten verwerpen die gebaseerd is op de scheiding/tegenstelling tussen rijken en armen, tussen diegenen die tot het leven toegelaten worden en diegenen die uitgesloten worden van het leven.

We hoeven niet te wachten op een wereldwijde intergouvernementele conferentie om de armoede onwettig te verklaren. Het initiatief kan komen van lokale besturen op diverse plaatsen ter wereld.

De lokale gemeenschappen kunnen altijd gemobiliseerd worden en kunnen een standpunt innemen, als leiders van een wereldwijde volksbeweging voor het uitbannen van de factoren, wetgevingen en instellingen die het voortbestaan van de armoede sturen, verzekeren en bevorderen.

Het onwettig verklaren van de armoede betekent concreet vooral: véél dingen in onze samenlevingen veranderen. Het betekent niet alleen goede, van medeleven getuigende daden stellen. Tot nog toe hebben die veranderingen niet plaatsgevonden en het zal niet gemakkelijk zijn om eervoor te zorgen dat dit tussen vandaag en enkele jaren wel lukt.

De armoede onwettig verklaren betekent alles buiten de wet stellen wat een inbreuk is op de mensenrechten en sociale rechten, alles wat uitsluiting van toegang tot levensnoodzakelijke goederen en diensten met zich meebrengt. Dit is niet ten strijde trekken tegen de rijken, maar wel tegen de denkbeelden van die rijken die het bestaan van armoede legitimeren als een ‘natuurlijk feit’ en die beweren dat armoede onvermijdelijk is. Het is de armoede bestrijden tot in de wortels, door de factoren uit te roeien die armoede genereren en in stand houden. Een belastingssysteem dat streeft naar sociale rechtvaardigheid viseert niet de rijken, maar het sociale onrecht.

Wat nu?

De wegen die naar deze ‘bevrijding’ kunnen leiden, zijn lang en steil, en er bestaan geen sluipwegen, noch is er sprake van één ware weg – in tegenstelling tot de op dit ogenblik heersende opvatting dat er geen enkel alternatief zou bestaan.

Het falen van de politici in de strijd tegen de armoede, zoals die in de loop van de laatste 30 jaar gevoerd is in het teken van productionele efficiëntie, financieel rendement en commerciële competitiviteit, is veelzeggend: vandaag leven 2,8 miljard mensen in absolute armoede (van een inkomen van minder dan 2$ per dag). Afgezien van de kwantitatieve monetaire aspecten ervan, heeft armoede bovenal een onaanvaardbaar kwalitatief kenmerk: armoede is de negatie van de mensenrechten, en doet de menselijke waardigheid geweld aan.

> wordt vervolgd <